Iedereen kan liedjes schrijven! - deel II
In deel I heb ik al het een en ander verteld over waarom ik vind dat iedereen liedjes kan schrijven. Daarnaast gaf ik een opsomming van de minimale middelen die je nodig hebt. Het begint met pen en papier. En verder zijn er nog wat hulpmiddelen.
In deze blog wil ik iets meer uitweiden over de verschillende invalshoeken of uitgangspunten voor songwriting. Voor de een is de basis voor een nieuw liedje altijd dezelfde, voor de ander ligt dat gewoon meer aan het inspiratiemoment.
Er zijn voor mij vier uitgangspunten: een melodie, een akkoordprogressie, een tekstidee of een groove. Als je instrumentale muziek schrijft, dan valt het tekstidee natuurlijk af, los van een goeie titel. J
1. Melodie
Volgens mij neuriet of fluit iedereen wel eens een melodietje dat je vanuit je eigen inspiratie, je eigen fantasie bedenkt. Mijn buurman fluit heel veel, en volgens mij is hij gewoon een geboren improvisator, waarschijnlijk zonder dat hij het doorheeft haha. Melodie kan een hele goeie start zijn voor het schrijven van een liedje. Je kunt dat met behulp van een instrument doen, maar dat hoeft helemaal niet. Soms juist niet want dan word je ook niet belemmerd door harmonie en daardoor ontstaan de leukste melodieën!
Voor de popsongs gaat over het algemeen op dat de melodie van coupletjes wat meer uitgesponnen zijn, dan de melodie van het refreintje. Een refrein heeft over het algemeen wat minder noten, en die zijn over het algemeen ook pakkender. En vaak vind je in het refrein ook heel veel kwinten. Oftewel: de vijfde noot in de toonladder. Want die liggen ons prettig in het gehoor en daar passen ook heel veel akkoorden bij. Daar hoef je je overigens niet aan te houden, maar dit blijkt nu eenmaal een veelvoorkomend iets te zijn. Onze oren zijn uiteraard geconditioneerd; de westerse muziekinvloeden hebben ons onbewust hierin gevormd.
2. Akkoorden
Je kunt al met twee of drie akkoorden een topsong schrijven. In de hoeveelheid akkoorden ligt namelijk niet het ‘succes’ van een goeie song. Vanuit toonsoort C gedacht kan je al helemaal los gaan met het C-akkoord, het F-akkoord en het G-akkoord. Vaak jam ik gewoon een beetje op een paar akkoorden. Omdat ik vaak een combi van jazz(y) en pop maak in het schrijven, is het voor mij persoonlijk leuker om meer akkoorden, meerdere toonsoorten en toevoegingen in mijn akkoorden te gebruiken. Maar in basis pak je gewoon drie akkoorden. Of zelfs twee is al een goeie basis.
Je kunt ook lekker eigenwijs afstappen van de standaard C F G progressie en een afwijkend akkoord gebruiken. Dat geeft meteen een twist aan hoe je je melodie daarop aan gaat sluiten.
Ik zet vaak m’n opnameprogramma aan en ga gewoon lekker jammen in het geval van weinig concrete ideeën.
3. Tekst
Een gedachte, ervaring, een gedicht, een uitspraak, een quote kan je al inspireren voor een tekst. Soms heb ik direct een pakkende ‘hook’: een lekkere catchy lijn. Direct een zin die lekker loopt en me inspireert om daar verder op in te gaan. En soms is het meer een mijmering waarmee ik eerst ga brainstormen. Ik schrijf de mijmering, het onderwerp of de hook op een stuk papier en doe vervolgens een brain dump. Alles wat maar in me opkomt schrijf ik op mijn papier. Maakt niet uit wat het is.
De ene keer zie ik direct een lijn in hoe ik daaruit de coupletjes kan schrijven, de andere keer is het echt ploeteren, passen en meten, en weer opnieuw beginnen. Een creatief proces valt niet volledig te sturen.
Over het algemeen kan je in je coupletjes je verhaal kwijt, is de tekst van het refrein hetzelfde, met soms hier en daar een kleine variatie en wordt de bridge vaak gebruikt voor een omdenkmoment, een twist in het verhaal.
Hier geldt ook weer: dit is een uitgangspositie en zo worden heel veel liedjes opgebouwd, maar daar hoef je je niet aan te houden. Eigenwijzigheid kan een enorme kwaliteit zijn in songwriting.
4. Groove
Een groove: een ritmisch patroon, een lekkere beat kan ook de aanzet voor een nieuw liedje zijn. “Ja natuurlijk, want jij bent getrouwd met een drummer!” kan je denken. Maar dat is geen voorwaarde natuurlijk! We zijn net als ik bij punt 1 noem al best geconditioneerd, en dat bedoel ik niet negatief. We hebben in al die jaren al zoveel grooves gehoord, waardoor we in ons hoofd best makkelijk een beat kunnen bedenken. Of je hoort iets op de radio waarbij je direct weet: deze groove inspireert me om iets te schrijven! Ik kan niet beatboxen maar ik neem het idee direct even op (telefoon memorecorder of laptop), met daarbij wat ik denk en voel en evt ook al ideeen die ontstaan over melodie of tekst. En dat opnemen geldt natuurlijk ook voor melodie of akkoorden. Ik onthou in principe nooit een idee, hoe graag ik dat ook wil. Modern times: lekker opnemen! Vroeger moest je naar huis snellen en je cassetterecorder gebruiken, nu pak je gewoon je mobiel, waar je ook bent!
Deze vier uitgangspunten geven je de basis voor je songwriting. Soms merk je dat er spontaan twee punten worden gecombineerd: een melodie en een groove bijvoorbeeld. Het kan allemaal. Leg jezelf niet vast aan allerlei regels en meningen (niet kritisch zijn: lees deel I!). Er valt zoveel meer over te schrijven! Maar hopelijk inspireer ik je met mijn uitgangspunten om aan de slag te gaan.
Let’s go!